K1 en K2 is het etalageproject van WARP en het beeldhouwerskoppel Edith Ronse & Michaël Pycke in de Apostelstraat in Sint-Niklaas. Het project startte al in 2017 en voor 2023 werd Paul L. Van Haegenbergh aangesteld als begeleidend curator.
Twee belangrijke ‘moves’ van Laurence Plumier: haar verhuis van Luik naar Antwerpen en de ‘switch’ van een opleiding aan de modeafdeling naar schilderkunst toe. Toch is mode haar denkwereld en expressievormen blijven beïnvloeden. De kledij die we dragen verhult ons lichaam voor een stuk, maar tegelijk onthult dat iets over onze identiteit. Ons uiterlijk maakt deel uit van de visuele betekeniscultuur waar Laurence met fantasie en het nodige gevoel voor humor mee omgaat.
De K1-etalage wordt bevolkt met aangeklede paspoppen: ‘La Louve Garelle, ‘Le lapin Blue’ en ‘Cape Masque’. Daarmee speelt ze in op legenden, mythologie, fantasieverhalen en volksgeloof. Zaken van toen die ook vandaag nog tot de verbeelding spreken. Ken je Gregor Samsa? Het personage uit Kafka’s ‘Gedaanteverwisseling’ dat op een nacht in een kever verandert? Of misschien ken je eerder de speelfilm ’The Fly’? Ook ‘La Louve Garelle’ draait rond transformatie en verwijst naar een vrouwelijke weerwolf. De strijd tussen natuur en cultuur, dier en mens is van alle tijden. Verleiding en erotische allusies evenzeer. Vandaag schijnen ze zelfs nog aan populariteit te winnen. Dat merk je in de huidige populaire cultuur waar festivals deel van uitmaken. ‘Cape masque’ fungeert ook als een magische mantel, dat soort van tovenarij komt voor in Griekse tragedies, de aloude mythe van het Rheingold en – niet te vergeten: de Harry Potter-films.
Achter al die kostuums gaan diepere wensen en heuse verlangens schuil. Het draait allemaal rond de stijl die we onszelf aanmeten om ons op de gewenste manier aan de buitenwereld te profileren.
Hout en steen zijn de grondstoffen die Michaël Pycke als beeldhouwer al geruime tijd fascineren. Door erin te hakken, te snijden of er geduldig aan te schuren wordt een idee geleidelijk aan tastbaar. Michaël werkt vooral mét een materiaal en gaat er een dialoog mee aan. Op die manier reikt hij niet alleen een idee aan maar onthult hij ook de karakteristieken van dat materiaal.
Die ingesteldheid onthult aardig wat over de manier waarop we ons willen verhouden tegenover iets of iemand anders. Is dat dominerend, dicterend of eerder dialogerend? Misschien is dit wel het meest cruciale thema in zijn oeuvre: hoe wensen we ons te verhouden tegenover datgene wat ons omringt? In dit miniatuurlandschap domineert het masker dat als een gigantische façade een persoon of iemands persoonlijkheid overheerst. Het doet wat denken aan opgesmukte patser-profielen waar meestal een nietige figuur of een veel bescheidenere inhoud achter schuilgaat. Natuurlijk – helaas zelfs, vallen patsers vaak meer op door hun luidruchtigheid.
Om die misplaatste grootspraak te dempen voegt Michaël een ‘mute’-icoon aan zijn presentatie toe. In (digitale) groepsconversaties is het alleszins mogelijk om iemands stem te ‘muten’. Sommige achtergrondgeluiden zijn inderdaad wel eens storend, maar soms willen we bepaalde zaken simpelweg niét horen. Met een nieuw werk uit albast verwijst Michaël naar situaties, gebeurtenissen of personen zonder stem. Hoe hard ze ook proberen om gehoord te worden, blijven ze té vaak onder onze radar. Wat we horen, kennen of niet weten brengt Michaël in reliëf. Er zijn dus feiten, gebeurtenissen, situaties of personen die we wel zouden kúnnen horen, maar die ‘gedempt’ blijven omdat ze blijkbaar niet van tel zijn. Symbolisch schenkt hij ze aandacht door ze in een etalage te plaatsen. De conische albasten knol met gezichten draait rond maar onvermijdelijk zien we slechts een fragment van de totale werkelijkheid. Dat we steeds beperkt en met een ‘blinde vlek’ kijken, plaatst ons perspectief dus in perspectief.