Lorenzo Quintanilla

 

° Weert, Nederland 1986

leeft en werkt in Amsterdam — Nederland

 

Lorenzo Quintanilla nam deel aan Coup de Ville 2013. Deze tekst verscheen in de catalogus.

 

Lorenzo Quintanilla onderzoekt oude technieken of werkwijzen en de bijbehorende artistieke iconen.

 

Met nieuwsgierigheid voor het ambacht, baant hij zich als een ontdekkingsreiziger een weg door verschillende materialen, waarbij het proces en het experiment minstens zo belangrijk zijn als het eindpunt. Met de vervorming van gerenommeerde beelden uit de westerse cultuurgeschiedenis schetst hij een kritische parodie op het concept van eindtijden. Het standbeeld manifesteert zich daarbij als het ultieme artefact van een tijdsperiode en samenleving. De abrupte stilstand van de apocalyps fungeert daarbij als tegenstelling tot het concept van eeuwigheid. In de moderne cultuurgeschiedenis is Oswald Spengler met zijn Der Untergang des Abendlandes (1918/1922) zowat de grondlegger van het cultuurpessimisme recenter gevolgd door onheilsdenkers Francis Fukuyama, of Michel Houellebecq met zijn angstaanjagende Elementaire deeltjes.

 

Vernietiging en schepping zijn echter twee kanten van dezelfde medaille. De immobiliteit van het verleden kan in haar starheid elke vernieuwende tendens eveneens in de kiem smoren. Architect Donato Bramante kreeg in de renaissanceperiode als bijnaam ‘ruinante’ omdat hij in Rome verschillende heiligengraven vernietigde om de nieuwe Sint-Pietersbasiliek te kunnen bouwen – een productiestrategie die de dynamiek van geheel Azië vandaag typeert. Belangrijk is dat de interesse van Lorenzo Quintanilla naar de opbouwende kant toe gaat: de mogelijkheid van creatie op de sedimenten van het verleden. Dit vertaalt zich in het vloeiend en buigzaam maken van gekende, bijna onaanraakbare, beeldhouwwerken. Zijn iconoclasme wijst op een transitiefase in onze cultuur, waarbij zijn aandacht zich eveneens richt op de mogelijke versmelting van diverse culturen en periodes. Zijn sculpturen zijn geen nostalgische herinneringen aan verloren idealen. Het zijn daarentegen relativeringen die het vertrekpunt vormen waarop het nieuwe zich kan enten. In zijn jonge oeuvre draait het dus evenzeer om het verschil tussen behoudend kopiëren en innoverend creëren. Het (artistieke) denken komt tot stilstand wanneer concepten uit de vroegere wereld niet herdacht kunnen worden naar de werkelijkheid van vandaag.